Het totale vermogen van een bedrijf.
Er zijn 2 vormen van kapitaal; vast- en vlottend kapitaal:
- Vast kapitaal: Dit zijn de productiemiddelen. Hierin is het vermogen voor een langere periode dan een jaar vastgelegd. Voorbeeld; gebouwen en machines. Dit wordt ook wel duurzame activa genoemd.
- Vlottend kapitaal: Dit zijn ook productiemiddelen, maar hierin is het vermogen voor een kortere periode dan een jaar vastgelegd: Voorbeeld; voorraden, grondstoffen, gereed producten, debiteuren, etc. Dit wordt ook wel vlottende activa genoemd.
Als ondernemer heb je beide vormen van kapitaal nodig om je bedrijf draaiende te houden.
Met vast kapitaal investeer je in duurzame productiemiddelen die je langere tijd gebruikt, zoals machines en bedrijfspanden. Deze investeringen doe je met geld van jezelf (eigen vermogen) of door leningen af te sluiten (vreemd vermogen).
Vlottend kapitaal gebruik je voor dagelijkse uitgaven en kortlopende investeringen, zoals de inkoop van voorraden en grondstoffen. Ook dit kapitaal financier je met eigen of vreemd vermogen, zoals een rekening-courantkrediet van de bank.
Zorg voor een gezonde balans tussen vast en vlottend kapitaal. Teveel vastgelegd vermogen kan leiden tot liquiditeitsproblemen, omdat je onvoldoende geld beschikbaar hebt voor dagelijkse uitgaven. Aan de andere kant wil je wel voldoende investeren in duurzame productiemiddelen om je concurrentiepositie op lange termijn te versterken.
Houd ook altijd een buffer aan voor onvoorziene uitgaven en tegenvallers. Zo voorkom je dat je bedrijf in financiële problemen raakt als er onverwachte kosten opduiken of inkomsten tegenvallen.